Hij is groot, vriendelijk, loeisterk en humoristisch, en je zult ‘m vast ook in het knalgroen kunnen krijgen: de nieuwe, monsterlijke Audi RS6.

Als we een dubbeltje hadden gekregen voor elke keer dat ons de vraag werd gesteld ‘En wat is nou je favoriete auto?’, dan hadden we ‘m al kunnen kopen. Het probleem is alleen dat het antwoord zo veel ingewikkelder is dan de vraag. Er zijn haast zo veel auto’s als er verschillen zijn, en die verschillen zijn zo groot omdat mensen zo veel verschillende eisen hebben. Een, we noemen maar wat, BMW Z4 is een auto waarmee je met heel veel lol heel oud zou kunnen worden, maar als je kinderen hebt, is ie waardeloos. Een Range Rover dan? Leuk, maar als stadsbewoner rijd je dan elke avond alleen maar rondjes om je huis omdat je ‘m niet kwijt kunt. En hoe ga je een Ferrari 458 Spider vergelijken met een Rolls-Royce Phantom? Afijn, je begrijpt waar we naartoe willen: zo veel verschillende auto’s, zo veel verschillende favorieten.

Wat is de auto die alle andere overbodig maakt?

Dan komen wij toch altijd (en al tijden) uit bij een auto als de Audi RS6. Het is een stationwagen – dat vinden wij leuk omdat het én de kneuterigste van alle carrosserievormen is en we dol zijn op understatement, én omdat het geen protserige SUV is, maar wel diens ruimte oplevert. Een heerlijke hoeveelheid ruimte voor alle vakanties, tuincentra en kinderellende. Alle denkbare luxe, afgewerkt zoals bijna niemand anders dat in de auto-industrie kan. Een uiterlijk dat wel ‘dik’ is, maar waaraan alleen kenners de ware aard in één oogopslag kunnen aflezen. Vierwielaandrijving: handig in onze en buitenlandse winters, en altijd tractie. En, niet onbelangrijk: een jubel van een motor die het mogelijk maakt hevig zwetende Porsche’tjes op te duwen terwijl jij, achteruitleunend, Armin van Buuren nog even een zetje geeft op je Bang & Olufsen-installatie. Dat werk. Heerlijk.

En nu is er dus een nieuwe Audi RS6?

Een rondje om de auto stemt tot tevredenheid, en tot zorg. Tevredenheid omdat het een pracht van een auto is geworden. Een stuk agressiever dan voorheen, dat zullen de liefhebbers van understatement misschien minder waarderen. Bij de vorige versies liepen mensen er wellicht schouderophalend langs omdat ze niet doorhadden wat er stond, voor deze zal íedereen op de linkerbaan zich uit de voeten maken. Tweede zorg betreft die werkelijk bespottelijk afschuwelijke letters ‘quattro’ in de onderste grille. Moeten we erbij rijden als een gemiddelde wielerploeg of zo? Het blijkt te gaan om een optie – waarvoor je dus waarschijnlijk nog moet bijbetalen ook. Ha! Een zinvollere manier van besparen zijn we zelden tegengekomen.

Derde zorgpuntje: het verdwijnen van het logo ‘V10’ van de flanken. De vorige Audi RS6 had zo’n V10-motor, en dat was door zijn geluid, zijn zeldzaamheid en zijn ronduit bloeddorstige prestaties een van de star attractions van de auto. Het zal toch niet? Jawel: de V10 is gesneuveld. De misselijkmakende rekenmeesters van deze wereld, met hun op geld beluste regeltjes, hebben ervoor gezorgd dat dit soort motoren zijn beste tijd heeft gehad. Het moet allemaal minder, qua verbruik en CO2, en dus zit er in de nieuwe Audi RS6 een V8. Dat zou enorm slecht nieuws geweest zijn als de V8 niet een opmerkelijke machine zou zijn geweest.

In eerste aanleg is er weer reden tot ongerustheid. Audi lijkt bij de pk-race de handdoek in de ring te hebben gegooid, want waar de vorige V10 nog een majestueuze 580 pk leverde, pompt deze V8 er een armetierige 560 pk uit. Geen zorgen: omdat Audi de RS6 een Obese-achtig dieet heeft laten volgen, is ie een volle 100 kilo afgevallen, waardoor de prestaties toch op een hoger niveau liggen. De cijfers: onderweg naar de top van 305 km/u (wel even het Dynamic Package Plus bestellen, anders blijft het bij een afgeregelde 250 km/u) passeer je al na 3,9 seconden de 100 km/u-grens. De V10 deed dat in 4,6 seconden, wat natuurlijk een eeuwigheid langer is.

‘Het werkelijk onwerkelijke gemak waarmee de RS6 gehakt maakt van de realiteit is indrukwekkend, maar went zorgelijk snel’

Voor degenen die niet altijd tussen de vijf- en zevenduizend toeren per minuut zitten, is het relevant om te weten dat de V8 mede dankzij twee turbo’s 100 Newtonmeter meer trekkracht levert dan z’n voorganger (nu 700 Nm, al beschikbaar vanaf 1.750 tpm). Dat is goed nieuws voor iedereen die vanuit welk toerental dan ook voluit wil accelereren en nog beter nieuws voor stratenmakers, die zich verzekerd weten van werk op elke plek waar zoiets zojuist gebeurd is.

Het zal je niet verbazen, als je Audi een beetje kent, dat het nog niet eens zozeer de prestaties zelf zijn die een soort blijvende verbazing achterlaten, maar de manier waarop ze worden neergezet. Hoe veel koolstofvezel en RS6-logo’s Audi ook in het interieur plant, het blijft een omgeving waarin vooral de luxe domineert. De prachtige stoelen met honingraatmotiefjes in het leer zitten zalig en bereiden je meer voor op een lekker lange reis dan op een nóg snellere ronde op de Nürburgring. Nee, dat is helemaal niet erg, integendeel.

Een druk op de startknop levert verwarring op. Heb jij nou zojuist een motor gestart of heeft iemand een handgranaat in een bijzonder actieve vulkaan laten vallen? Een diepe, heel diepe brul is het gevolg; een die eerder zestien dan acht cilinders doet vermoeden. Wegrijden is al even verwarrend. Gezien de snelheid waarmee het landschap verandert in iets mistigs, moet het enorm hard gaan – ook de brul (die inmiddels vergezeld wordt door het onmiskenbare gesis van een paar boze turbo’s) doet iets dergelijks vermoeden. Maar om nou te zeggen dat je er verder iets van merkt… Geen getrek aan het stuur, wat we gezien de debiele snelheden die in no-time bereikt worden, heus hadden begrepen. Geen tegenspartelen van grote delen van de ophanging, geen kik van de banden, niet de minste protesten van de achttraps automatische versnellingsbak. Gewoon, gas intrappen en eens gaan kijken wat die horizon nou helemaal te vertellen had.

Zo gaat het maar door. Als je je afvraagt waarom die vliegen ineens zo’n enorme flats op je vooruit achterlaten als je ze tot moes rijdt, zal alleen een blik op je snelheidsmeter je vertellen dat je inmiddels riant boven de 250 km/u rijdt – aan iets anders zal je het niet merken. Ook niet aan de gezichten van medeweggebruikers die over minder dan pakweg 250 pk beschikken; die zijn gezien het enorme snelheidsverschil niet lang genoeg in beeld. Het werkelijk onwerkelijke gemak waarmee de RS6 gehakt maakt van de realiteit is in eerste instantie hoogst indrukwekkend, maar went zorgelijk snel. Zelfs aan het verbruik zal je niet eens veel merken, omdat de Audi RS6, als de omstandigheden het toelaten (lees: op zo’n beetje elke denkbare kilometer Nederlands wegdek) doodleuk de helft van het aantal cilinders een atv’tje geeft. Die cilinderuitschakeling levert een brandstofbesparing van 5 tot 12 procent op, zegt Audi – bij ons zou dat zomaar nog eens wat meer kunnen zijn, vermoeden wij. Het moet in Nederland niet eens zo moeilijk zijn om het opgegeven verbruik van 9,8 l/100 km te halen.

Het bochtgedrag – ook zoiets. Audi gebruikt voor het eerst luchtvering op de RS6, en dat zorgt er niet alleen voor dat het comfort aanzienlijk wordt verhoogd zonder dat er aan weggedrag ook maar íets wordt ingeleverd. Je kunt die luchtvering ook gebruiken om de demping ‘sportiever’ ofwel een stuk harder te maken, maar de vraag is waarom je dat zou willen. Op de automatisch op je rijgedrag en wegdek reagerende stand ‘Auto’ betekent het dat je van bochten niet veel méér merkt dan dat je je stuur een paar keer dient te bewegen – van overhellen is nimmer sprake. Snelheid minderen doe je in het begin nog, omdat je dat nu eenmaal gewend bent, bij bochten. Tot je doorkrijgt dat de Audi RS6 ze beschouwt als een hinderlijke afwijking van de rechte lijn van a naar b, en vindt dat ze dienovereenkomstig gestraft horen te worden door ze eenvoudigweg te negeren. Als je maar hard genoeg denkt dat bochten er niet zijn, dan zijn ze er ook niet. Onvoorstelbaar.

En zo is de Audi RS6 eigenlijk alles wat je van een allround auto kunt wensen. Hij is mooi, ruim, praktisch en luxe, compleet wars van welke vorm van compromissen dan ook, en snel – enorm snel. Tegelijkertijd is ie goedmoedig, vriendelijk en vergevingsgezind – een stuk vergevingsgezinder dan de politieagent die je met deze auto vroeg of laat een keer op je pad gaat vinden. De RS6 is een monster, maar wel een lief monster. Als Shrek een auto was, was hij de Audi RS6.

Audi RS6 Avant

17/20

Cijfers
0-100 km/u: 3,9 s
Top: 305 km/u
Verbruik: 9,8 l/100 km
Motor: 3.993 cc, V8 biturbo benzine
Aandrijving: vierwiel
Vermogen: 560 pk
Koppel: 700 Nm
Gewicht: 1.935 kg
CO2: 229 g/km

Prijs
NL: n.n.b.
BE: n.n.b.

Vonnis
Ongekende alleskunner, waarop je hooguit kunt aanmerken dat het allemaal wel heel erg vanzelf gaat. Veel completer wordt een auto niet

Reacties