Aston Martin kwam in 2009 met de V12 Vantage op de proppen, nu pas maken we kennis met de open versie. Is ie het wachten waard?

We zaten te hopsen van plezier op onze redactiestoelen toen Aston Martin jaren geleden aankondigde dat ze de dikste V12 die ze in huis hadden in hun kleinste sportauto hadden gelepeld. Weet je het nog? Echt niet? Nou, neem van ons aan, ook jij deed een vreugdedansje toen je de V12 Vantage voor het eerst zag. Terecht, want met zijn dikke lijf en gretige luchthappers in de motorkap was het de meest begeerlijke auto van het edele merk.

Het lag voor de hand dat Aston Martin de opwinding zo lang mogelijk wilde vasthouden en kort na de coupé met een Roadster zou komen. Nu zullen ze er alle reden voor hebben om ons vier (!) jaar te laten wachten, maar inmiddels is de storm geluwd en zijn de blikken allang op andere modellen dan de V12 Vantage gericht. De loftrompet van destijds is inmiddels een valse neusfluit geworden.

Waar ze die tijd aan gespendeerd hebben, is werkelijk de vraag. Ten opzichte van de coupé veranderde er niet heel veel meer dan de conversie van dicht naar open. De V12 levert nog steeds 517 pk en 570 Nm en ook de handbak (‘ja kinderen, opa heeft nog geleerd te schakelen’) is gebleven. Nu is er niets mis met de prestatiecijfers, sterker nog, hij maakt de V12 Vantage ontaard snel. De motor laat moeiteloos z’n spieren rollen, de handbak bevalt beter dan je zou verwachten. Dit is vooral omdat je het gaspedaal eigenlijk niet nodig hebt om vooruit te komen. Zodra je de langeslag koppeling hebt losgelaten, doet het koppel de rest.

Met de 6,0-liter V12 ben je James Bond in het echie. Normaal gesproken rustig en ingetogen, maar woest en gretig als het erop aan komt. Het is een serene, majestueuze auto, maar dan wel met een misselijkmakende acceleratie. De carrosserie blijft goed in vorm, ook al komen er heel wat krachten op de badkuip te staan. Op snelheid ligt de Aston heerlijk stabiel op de weg. Als je eenmaal aan de kitscherige glazen sleutel gewend bent, valt de rest van het interieur alleszins in de smaak. Je zit in lekkere stoelen, het optionele B&O-systeem laat je billen trillen. Het navigatiesysteem heeft een update gehad, maar het blijft een naar priegelding.

Ondanks het surplus aan vermogen en z’n positionering als sportiefste jongetje van de klas, vindt de V12 het ‘t lekkerst om rustig rond te knorren. De motor klinkt de eerste seconden na een koude start het allermooist, en om eerlijk te zijn, lijkt de Roadster iets van het branie-achtige van de coupé te hebben verloren. Dat was de hot rod van Aston Martin, in de tussenliggende jaren lijkt ie gerijpt te zijn tot een wat meer geciviliseerde auto. Maar dan moet je civilisatie wel in het juiste licht zien. Het is een kleine auto met een lel van een motor en dat staat garant voor heerlijk amusante kilometers.

Hij kost een vermogen en voor hetzelfde geld koop je een open Lamborghini Gallardo, ook zo’n oudje. De Vantage komt op leeftijd en niet iedereen is het erover eens dat de onthoofding van de coupé tot een fraaiere auto heeft geleid. Maar als je ‘m eenmaal onder je kont hebt, ben je dat meteen vergeten.


Aston Martin V12 Vantage Roadster



16/20



Cijfers

0-100 km/u: 4,3 s

Top: 305 km/u

Verbruik: 16,4 l/100 km

Motor: 5.935 cc, V12 benzine

Aandrijving: achter

Vermogen: 517 pk

Koppel: 570 Nm

Gewicht: 1.760 kg

CO2: 388 g/km



Prijs

Prijs NL: € 304.951

Prijs BE: € 195.619



Vonnis

Een grote motor in een kleine auto doet het altijd goed. Hij is niet zo gekmakend als de coupé, maar nog steeds een erg begeerlijke geweldenaar

Reacties