Deze Audi TT 2.0 TFSI quattro is snel, relatief zuinig, oogt goed en is in deze derde generatie ook nog eens voorzien van een revolutionair dashboard. Toch missen we iets na twee dagen sturen in deze labrador onder de coupés.

Wij waren bij de introductie van de Audi TT in 1999

De rijeigenschappen waren weinig overtuigend. Maar met z’n uiterlijk, dat vrijwel ongewijzigd werd overgenomen van de conceptcar uit 1995, zette de auto nieuwe maatstaven op het gebied van styling. Mogelijk nog indrukwekkender waren de look & feel van het interieur. Audi had speciale hapto-teams die zich bezighielden met hoe knoppen moesten aanvoelen. Er waren neusteams die zorgden dat de gebruikte materialen niet te overheersend roken. Bovenal was de TT een auto die qua concept en prijsstelling enorme mensenmassa’s aansprak. Een sportieve coupé waarvoor je – in tegenstelling tot de Porsche 911 – geen nier hoefde af te staan om ‘m te kunnen veroorloven. De relatief zuinige turbomotor zorgde voor lage verbruikskosten. Het stijlvolle, avantgardistische uiterlijk deed de rest. Iedere architect, trendwatcher en andere hipsters hadden destijds een TT op de oprit staan. Audi had eindelijk z’n verkooptopper te pakken.

Het was niet altijd zonneschijn in Ingolstadt

Anno 2014 staat Audi nog altijd bovenaan als het gaat om design, maar het merk komt van ver. Dertig jaar geleden kon Audi qua imago niet in de schaduw staan van merken als BMW of Mercedes. Sterker nog: in de automobiele hiërarchie stond het merk nauwelijks hoger dan een merk als Opel of Peugeot. In de jaren tachtig balanceerde Audi zelfs op de rand van de afgrond, toen kwaliteitsproblemen in de Verenigde Staten ervoor zorgden dat de export naar de VS compleet instortte. Welbeschouwd zijn de enige twee belangwekkende bijdragen van het merk aan de autowereld de quattro-aandrijving en de single-frame-grille. Nog steeds twee pijlers waar het merk ook nu nog op drijft.
Qua technische vernieuwing blijft Audi nog altijd achter. Niet voor niets werd chef R&D Wolfgang Dürheimer vorig jaar aan de kant gezet omdat Audi’s lijfspreuk ‘Vorsprung durch Technik’ was verworden tot een holle frase. Hallo, wordt dit een lesje geschiedenis? Nee, maar we voeren deze beknopte historie van het merk aan omdat we proberen te achterhalen wat de Audi TT mist.

Het uiterlijk is niet revolutionair veranderd

Objectief gezien is dat weinig. De oppervlakken zijn nog cleaner, de auto oogt door het weglaten van frutsels tijdlozer dan ooit, maar we zijn niet jaloers op de designers van Audi, die zich bij deze TT moesten beperken tot fijnslijperij. Wel zorgden diverse uiterlijke wijzigingen voor meer road presence. De designers hebben overduidelijk teruggegrepen op stijlelementen van toen, maar dan gezien door de ogen van nu. Met z’n nieuwe neus met de bredere single-frame-grille en de strakkere daklijn, de bijna horizontale belijning op de flanken en de schuin aflopende achterkant, toont hij met z’n lengte van 4,18 meter zelfs stilstaand gedrongen en sportief. Bewust waarschijnlijk, om de TT Sportback die eraan komt ook ruimte te geven. Het dynamische design wordt verder versterkt door vlakkere koplampen. De Audi TT 2.0 TFSI quattro heeft standaard Xenon-plus-lampen; optioneel is ook de nieuwe matrix-led-verlichting leverbaar, die onlangs zijn debuut maakte op de vernieuwde Audi A8. Bij deze technologie zijn de led-koplampen opgedeeld in twaalf kleine diodes die samenwerken met lenzen en reflectoren. Een aansturingsunit zorgt ervoor dat de diodes afhankelijk van de (rij)omstandigheden worden geactiveerd, gedimd of juist uitgeschakeld. Dankzij informatie van het navigatiesysteem komt de bochtenverlichting al in actie voordat de bestuurder het stuur in de juiste richting draait. Zo zorgt de matrix-led-technologie in elke situatie voor optimale verlichting zonder tegenliggers te verblinden.

Het interieur is welzeker revolutionair

Een absolute highlight is het prachtige interieur, dat compleet gefocust is op de bestuurder. Voor je neus bevindt zich Audi’s virtual cockpit. Een soort multifunctioneel breedbeeldscherm waarop navigatie en alle andere informatie met betrekking tot snelheid, toerental en verbruik wordt weergegeven. Je kunt zelf aangeven welke info je groot voor je wilt zien. Aangezien het razendsnel werkt, de bediening eenvoudig is en de graphics superscherp zijn, missen we het traditionele extra multimediascherm geen moment. Een andere leuke vondst is de in de ventilatieroosters geïntegreerde bediening én functioneringsweergave van de airconditioning.
‘De besturing wordt directer naarmate je meer instuurt. Dat zorgt voor een puntige voorzijde en weinig onderstuur’ Ook het rijden zorgt niet voor teleurstellingen. Integendeel. De TT is – ook in het instapmodel – een lekker snelle auto die hooguit wat weinig feedback geeft. De besturing is aan de lichte kant. We missen ook een lekkere brom uit de uitlaat. Ook al heeft Audi getracht dankzij kunstmatige versterking toch nog iets van een kernachtig uitlaatgeluid naar de inzittenden te leiden. Het totaalbeeld is desondanks nog altijd dat van een gepolijste en lekker snelle coupé die als alledaags vervoermiddel wederom de harten van veel autoliefhebbers kan veroveren.

Er mist iets bij deze TT, wat dat is blijft een groot vraagteken

Maar: de hele rijervaring is wat klinisch. De TT doet wat je van ‘m verwacht, maar toch mis je iets. Het probleem is: we weten niet echt waardoor het komt, we kunnen er onze vinger niet opleggen. Zou het kunnen liggen aan het onderstel? De Audi TT 2.0 TFSI quattro is gebouwd op het inmiddels bekende MQB-platform – het onderstel waarop ook de Golf, Seat Leon en Skoda Octavia worden gebouwd. Hierdoor krijgt de TT 3,7 centimeter meer wielbasis, terwijl de auto zelf fractioneel korter en smaller is geworden. Een welkome afwisseling in een wereld waarin alles steeds groter, dikker en zwaarder lijkt te worden. Dat het onderstel leidt tot een wat cleane rijervaring is goed mogelijk. Want de rijervaring van een Golf R en een Audi S3 – waar de TT grotendeels aan verwant is – komt aardig overeen met die van deze TT. Hm. We puzzelen even verder. De carrosserie bestaat merendeels uit aluminium en dat komt het gewicht ten goede. Met zijn gewicht van 1.260 kilo voor het instapmodel is de auto zo’n 50 kilo afgevallen. Ook de bruikbaarheid nam toe. De bagageruimte is nu 13 liter groter en meet 305 liter. Met naar voren geklapte achterstoelen is er nu 712 liter beschikbaar.

De instap-benzinemotor is met z’n 230 pk al meer dan adequaat

Flink vlot zelfs, en de 310 pk sterke TTS quattro is qua acceleratie gewoon sneller dan een Porsche 911 Carrera of Cayman GTS. Ook is de auto leverbaar met een 184 pk sterke TDI-dieselmotor. De S-tronic automaat, alleen verkrijgbaar in combinatie met quattro-aandrijving, doet z’n werk naar behoren en schakelt sneller dan Henk Krol van verhaal wisselt. Dat doet ons verlangen naar een stukje straat waar we even voluit kunnen gaan, zonder het risico te lopen om te eindigen met een boete die het Spaanse financieringstekort voor ongeveer de helft zou afdekken.
Dat treft, want vanuit het mondaine Marbella reden we op dag twee de lange bergweg omhoog naar Ronda, het bergstadje met de beroemde kloof die de stad in tweeën deelt. Van daaruit staken we door naar Ascari, het circuit van de Nederlander Klaas Zwart. Op de lange doordraaiers van de weg naar Ronda kwam de TT prima tot z’n recht, maar het circuit bleek een bocht te ver. Na een snelle ronde moesten we binnenkomen in de pits en daar bleek al snel dat het esp-systeem veel te snel ingrijpt. Wanneer we staan te wachten om weer de baan op te gaan, kringelen op alle vier de hoeken van de auto rookwolken omhoog ten teken dat de remblokken op het punt staan om tot ontbranding te komen. Uitzetten van het esp-systeem is onmogelijk.

Zijn progressieve besturing komt wel goed tot zijn recht

De besturing wordt directer naarmate je meer instuurt, en dat zorgt voor een puntige voorzijde en weinig onderstuur. Dankzij het elektronische sperdifferentieel heb je bovendien veel tractie, ook in de voorwielaangedreven variant. Audi’s Drive Select-systeem is standaard zodat je ook in het instapmodel al kunt kiezen tussen de standen Comfort, Dynamic, Efficiency en Auto, alsmede de keus om zelf een ideale set-up te kiezen. Op de door ons gereden voorwielaandrijver regelt Drive Select zaken als de directheid van het gaspedaal, uitlaatgeluid en de zwaarte van de besturing. In de Efficiency-mode staat een laag brandstofverbruik voorop, wat onder meer leidt tot sneller doorschakelen van de automaat. De Audi TT 2.0 TFSI quattro is objectief gezien nog altijd een rijdend stuk eye candy. Het probleem is dat objectiviteit niet bestaat als het gaat om uitstraling en aantrekkingskracht. Zaken als imago, heritage, status en karakter maken een auto begeerlijk. De TT wordt niet gemaakt door mannen die afkomstig zijn uit een rijke traditie van sportwagenbouwers en dat wringt, zij het marginaal en misschien wel onbewust. Maar het zorgt – samen met zijn synthetische onderstel – voor een iets te weinig betrokken ervaring.

Perfect als dagelijkse auto, minder voor het circuit

De instap-Audi TT is de suikerspin onder de sportcoupés: heerlijk snoepgoed waar hele volksstammen graag hun tanden in zouden zetten, zoet en lekker in eerste aanleg, maar zonder echte bite en het gevoel van bevrediging blijft enigszins achterwege.

Audi TT 2.0 TFSI quattro S-tronic

14/20

Motor
1.984 cc
viercilinder turbo
230 pk / 370 Nm

Aandrijving
vier wielen
6v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 5,3 s
top 250 km/u

Verbruik (gemiddeld)
6,4 l/100 km
149 g/km CO2
D-label

Afmetingen
4.177 x 1.832 x 1.353 mm (l x b x h)
2.505 mm (wielbasis)
1.310 kg
55 l (benzine)
305 / 712 l (bagage)

Prijzen
NL € 52.650 (25%)
BE € 43.700

Het vonnis
De TT heeft een mooie niche gecreëerd en gaat door op het pad dat werd uitgestippeld door z’n voorgangers. Mooier, sneller, lichter, praktischer en voorzien van een revolutionair interieur. Zeer geschikt als dagelijkse auto, alleen mag het wat minder synthetisch

Reacties