Je zou het niet meteen zeggen, maar de Spider neemt tegenwoordig de handschoen op tegen de Lamborghini Gallardo.
 
Het is nazomer en je wilt wat. Bijvoorbeeld niet op een Nederlandse camping voor je caravan patiencen en verregenen, maar in een open auto de glooiende kusten van Italië verkennen. Die wens begrijpen we, en we begrijpen dus ook je vraag: ‘Beste TopGear-redactie, in welke auto moet ik die tocht gaan maken?’ Wel, goede lezer, we reden de Spider onlangs in zonnig Italië, voorzien van een pittige motor, en we kunnen je ‘m van harte aanbevelen.
 
Alfa introduceerde de Spider (de 1600) in 1966, geïnspireerd op de Giulia 105, vanaf 1993 was de Spider een dakloze GTV, en sinds 2006 is het een Brera met stoffen kap – een ontwerp van de studio van Giugiaro dat tot cabriolet is gemaakt door Pininfarina. Als die twee ontwerphuizen zich met een auto bemoeien, is het resultaat onweerlegbaar fraai, en we vertellen niks nieuws als we stellen dat de Spider er mag zijn. Sophia Loren op wielen is nog zacht uitgedrukt voor al dit moois. Maar daar gaat het nu even niet om.
 
De zogeheten Fiat Power Train ontwikkelde niet al te lang geleden een nieuwe benzinemotor. De acceleratie van 70 naar 120 km/u is sneller dan die van de Lamborghini Gallardo, vertelt Dirk Andriesse trots. Dirk Andriesse? Wie is dat? Dat is de Nederlandse ingenieur die op zijn Fiat Power Train-visitekaartje ‘Chief Engineer Fam. B Engines’ heeft staan, ofwel de man die vier jaar aan deze benzinemotor werkte, de motor die in deze Spider ligt (en ook onder andere in de Lancia Delta en Alfa Romeo Giulietta).
 
Andriesse is trots op zijn jongst geborene. Niet zozeer op de 200 pk die het blokje (dat 155 kilo weegt) eruit perst, maar zeker wel op de 320 Nm koppel die de vier cilinders al heel snel beschikbaar hebben: ‘Wat heb je nou eigenlijk nodig als je je auto in het normale verkeer gebruikt’, vraagt de geboren Fries retorisch. ‘Niet die pk’s, die heb je alleen nodig voor de topsnelheid. Koppel moet je hebben. En deze motor geeft je dat koppel.’ Dat zou precies kunnen zijn wat de Spider nodig had: hij was voorheen veel te zwaar voor zijn motorisering.
 
We draaien de Po-vlakte op; we gaan de jongste Spider met het dak open testen. De truc – wetenschap zo je wilt – die Andriesse heeft uitgehaald, is dat hij het turbogat heeft getracht te dichten. Moest je voorheen wachten totdat de turbo de motor tot groot vermogen – of grote snelheid – stuwde, nu gaat dat binnen een mum van tijd. Het turbometertje laat daarover geen twijfel bestaan, noch doet de Spider dat. We fluiten over snelwegen en provinciale weggetjes, het doet de motor allemaal geen centje pijn. Het is mooi dat je ondanks je snelheid nooit last hebt van echt windgeruis, en het is vooral leuk om Andriesses truc te proberen: in de zesde versnelling van 70 naar 120 km/u te versnellen, dat te doen in 11 seconden, en te weten dat je daarmee de Gallardo 0,8 seconde te snel zou zijn afgeweest. De Spider lijdt een stuk minder onder zijn gewicht.

Reacties