Het kon niet uitblijven: de 911 Turbo is terug. En hij neemt z'n sterkere broertje Turbo S meteen mee.

Na wat voelt als een eeuwige afwezigheid staat de bruutste en krachtigste aller niet-race-911's weer aan de deur te rammelen. Bij Porsche hebben ze hun best gedaan om al hun technologische kennis en kunde erin te proppen, en dat lijkt aardig te zijn gelukt: ze spreken van compleet nieuwe, elektronisch geregelde vierwielaandrijving, aerodynamica die zichzelf aanpast en meesturende achterwielen. En natuurlijk een hoop vermogen. Och, het vermogen.

Je wilt cijfertjes horen, niet? Komen ze: de 911 Turbo levert 520 pk uit een direct ingespoten 3,8-liter zescilinder boxer met twee variabele turbo's. En de 911 Turbo S? Die schopt het tot 560 pk. De S knalt dan ook genadeloos van 0 naar 100 km/u in 3,1 seconden (de Turbo met Sport Chrono-pakket doet er 0,1 seconde langer over) en gaat door tot 318 km/u. Dit alles mede dankzij de bliksemsnel schakelende PDK-transmissie, die voortaan standaard is.

Het duizelt ons, dus laten we het over iets anders hebben; het uiterlijk bijvoorbeeld. Naast de nodige extra hoeken en gaten zorgen full-led koplampen en unieke 20-inch velgen – bij de Turbo S zelfs uitgerust met een centrale wielmoer – voor het nodige onderscheid ten opzichte van 'mindere' Elfjes. Net als de bredere spatborden achter, die nog eens extra zijn uitgeklopt ten opzichte van de toch al stevig ogende Carrera 4. We noemden al even de actieve aerodynamica; die bestaat uit pneumatisch verstelbare voor- en achterspoilers met meerdere standen voor meer grip of juist meer efficiëntie. Over dat laatste gesproken: het opgegeven gemiddelde verbruik bedraagt zowel voor de Turbo als de Turbo S een bescheiden – en gezien de pk's nauwelijks te behappen – 9,7 l/100 km.

De nieuwe 911 Turbo en Turbo S verschijnen eind september op de markt. De Nederlandse prijzen zijn respectievelijk 186.700 en 220.500 euro. Oei, worden we alweer duizelig.

Reacties