In dezelfde stad (New York) ging op nagenoeg hetzelfde tijdstip op dezelfde show in dezelfde hal (maar misschien ook wel een andere – we waren er tenslotte niet bij) een ander doek van een andere auto dan die enorm stomme Toyota Prius Plug-in Hybrid (dat zeggen wij niet, maar Toyota zelf. Lachen). En deze, jongens en meisjes, willen jullie wél. Heel graag zelfs, want dit is de nieuwe Audi R8 V10 Spyder!

Hij volgt uiteraard de lijnen van de Coupé, wat wil zeggen dat hij een stuk hoekiger en rechtlijniger (in de letterlijke zin des woords) is geworden. Opvallend is het feit dat waar zijn voorganger niet die voor de Coupé zo kenmerkende sideblades had, ze wel prijken op de Spyder. Staat hem goed, al vonden we dat strakkere van zijn voorganger misschien nog iets onweerstaanbaarder. Ook de achterkant, met die lel van een diffusor, is er niet bepaald rustiger op geworden – wel een stuk agressiever. Het is maar net waar je voorkeur ligt.

Uiteraard ligt onder de fraaie motorkap de 540 pk sterke 5,2-liter V10 die ook de Coupé en de Lamborghini Huracan aan verpletterende prestaties helpt. Zo hoeft een sprintje naar 100 km/u echt niet langer te duren dan 3,6 seconden en kun je er, als je daar benieuwd naar bent, achter komen wat 318 km/u in een open auto voor invloed heeft op het menselijk oor.

De R8 V10 Spyder weegt 1.612 kilo, waarvan volgens Audi 79,6 procent voor de rekening komt van aluminium. Dat totaalgewicht is overigens maar 42 kilo meer dan dat van de Coupé. Audi claimt dat de carrosserie van de Spyder 50 procent stijver is dan die van zijn voorganger – en we kunnen ons niet herinneren daar ooit klachten over te hebben gehad. Ook is hij 10 procent zuiniger, al blijf je met 11,7 l/100 een absoluut superverzamelaar van Airmiles en Freebees.

In tegenstelling tot de Mazda MX-5 van vanmorgen, blijft de R8 Spyder een lekkere old school softtop; het dakje kun je binnen 20 seconden verwijderen of weer opzetten. Elektrisch, dat spreekt.

Voor de rest is de Spyder natuurlijk gelijk aan de Coupé: quattro-vierwielaandrijving die desnoods alle kracht naar de achterwielen gooit (Drift het? Het drift), een zeventraps automaat met dubbele (watergekoelde) koppeling en een ‘virtuele’ cockpit. Oh, en als je opteert voor de ongetwijfeld schreeuwend dure Bang & Olufsen-audio, dan krijg je ook speakertjes in de hoofdsteunen, die ervoor zorgen dat je ook open bij 250+ nog iets van je muziek hoort. Al kunnen we ons voorstellen dat je liever naar de motor luistert…

 

Reacties